Misschien herken je dit: je werkt met meerdere collega’s aan een beleidsstuk. Iedereen schrijft zijn eigen stukje. De ene begint met achtergrondinformatie, de ander duikt direct in maatregelen. Hier en daar zie je dubbele passages, of juist gaten. Jij plakt alles aan elkaar – maar het voelt niet als één geheel.
Dat is precies het risico van samen schrijven zonder afspraken: de structuur valt uit elkaar. En zonder duidelijke structuur verdwijnt de rode draad. Het stuk leest rommelig, mist opbouw en roept bij lezers meer vragen op dan antwoorden.
Waarom dit zo vaak misgaat
Samen schrijven is lastig, zeker onder tijdsdruk. Wat er vaak gebeurt:
-
Iedereen kiest zijn eigen insteek en volgorde.
-
Er zijn geen afspraken over wat waar in de tekst hoort.
-
Niemand bewaakt de logica van het geheel.
Het resultaat: een lappendeken die informatief lijkt, maar waarin de structuur zoek is.
Een praktijkvoorbeeld
Bij een gemeente waar ik ooit meekreeg hoe het ging, werkte een projectgroep aan een nieuwe woonvisie. De ene afdeling leverde een hoofdstuk over betaalbaarheid, de andere over duurzaamheid. Los van elkaar waren de teksten goed – maar bij elkaar miste de structuur.
Het hoofdstuk betaalbaarheid begon met cijfers, duurzaamheid met een ambitie, en verderop stonden maatregelen door elkaar. Bovendien sprak de ene afdeling van ‘betaalbare woningen voor starters’, de andere van ‘toegankelijke woningen voor iedereen’. Het was niet duidelijk hoe die onderdelen op elkaar aansloten.
In de raadsvergadering leverde dat verwarring op. Raadsleden vroegen zich af: wat ís nu eigenlijk de prioriteit? Het leidde tot vertraging en een extra ronde overleg.
De risico’s van een onsamenhangende structuur
Een beleidsstuk zonder goede structuur lijkt misschien onschuldig, maar de gevolgen kunnen groot zijn:
-
Verwarring: lezers zien de lijn niet en haken af.
-
Traagheid: besluitvorming loopt vertraging op door extra vragen.
-
Verlies van draagvlak: bestuurders of inwoners missen overzicht en duidelijkheid.
Hoe hou je structuur in je beleidstekst?
Gelukkig kun je veel doen om de opbouw strak te houden, ook als je met meerdere schrijvers werkt. Dit zijn vijf tips die ik zelf vaak gebruik:
-
Werk vanuit een gezamenlijk raamwerk
Spreek vooraf af welke onderdelen in elk hoofdstuk terugkomen: aanleiding, doel, maatregelen, effect. -
Wijs een penvoerder aan
Iemand moet de bijdragen samenvoegen, stijl en structuur bewaken, en dubbelingen schrappen. -
Formuleer één kernboodschap
Bepaal samen wat de rode draad is, en toets elke paragraaf aan die boodschap. -
Plan een gezamenlijke redactieronde
Kijk niet alleen naar losse teksten, maar naar de logica van het geheel. -
Laat een frisse lezer meekijken
Iemand die het stuk voor het eerst leest, ziet direct waar de opbouw niet klopt.
Tot slot
Een beleidstekst met meerdere schrijvers hoeft geen lappendeken te worden. Met een heldere structuur en iemand die de rode draad bewaakt, maak je er één verhaal van. En dat scheelt niet alleen tijd en frustratie, maar zorgt vooral voor beleid dat de lezer ook echt begrijpt.

Reactie plaatsen
Reacties